Reistijden voor het woon-werkverkeer beschouwt de wet niet als arbeidstijd. Dat betekent dat uw werknemer de tijd die hij of zij nodig heeft om op het werk te komen of van het werk naar huis te komen niet mag beschouwen als werktijd. Hierover bent u als werkgever dan ook geen reistijdvergoeding verschuldigd. Dat geldt ook voor de soms lange tijd die noodgedwongen moet worden doorgebracht in de file. Ook hiervoor hoeft u als werkgever geen reistijdvergoeding te betalen.
De Arbeidstijdenwet (Atw)
De Atw legt de regels vast voor de arbeids- en rusttijden van uw werknemers. De Atw kent een standaardregeling en een overlegregeling. De standaardregeling geldt in principe voor elke werknemer. Zo mag volgens de standaardregeling een werkdag maximaal negen uur duren. In het Arbeidstijdenbesluit staan voor bepaalde groepen personen (zoals chauffeurs) uitzonderingen en aanvullingen op deze regels.
In de overlegregeling staan iets ruimere normen. Zo mag volgens de overlegregeling een werkdag maximaal tien uur duren. De ruimere normen van de overlegregeling kunnen alleen na overleg met en toestemming van de vakbonden of personeelsvertegenwoordiging worden toegepast. Bijv. zoals in een CAO.
Reis- of werktijd?
Moet u de reistijd nu optellen bij de werktijd van uw werknemer? De Atw is daar onduidelijk over. De arbeidsinspectie stelt dat reistijd als werktijd moet worden aangemerkt, als de reis onder gezag van de werkgever is volbracht. Dus wanneer u zich als werkgever kunt bemoeien met de manier waarop en hoe wordt gereisd. Zo kan de chauffeur, die verschillende collega’s in een bedrijfsbusje ophaalt alvorens naar de klant te rijden, zijn reistijd als arbeidstijd tellen.
De Arbeidsinspectie let in principe op twee dingen; ‘hetzelfde karwei’ en ‘het gezag van de werknemer’. Als een karweiwerker regelmatig naar hetzelfde karwei gaat, telt de reistijd niet als arbeidstijd.
Woon-werk verkeer
Volgens de arbeidsinspectie vindt woon-werkverkeer niet onder gezag van u als werkgever plaats. Als uw werknemer dus acht uur per dag moet werken en drie uur per dag moet reizen voor zijn werk, dan bedraagt de arbeidstijd acht uur. De arbeidstijden van de Atw worden dan niet overschreden. Bedraagt de werktijd acht uren en heeft uw werknemer echter onderweg naar verschillende klanten nog drie uur in de file gestaan, dan is de totale werktijd 11 uur en overschrijdt u als werkgever de grenzen van de Atw. De arbeidsinspectie beschouwt als werk-werkverkeer de reizen vanaf uw bedrijf naar een project en de reizen van project naar project. Als uw werknemer vanaf thuis voor langere tijd naar hetzelfde project rijdt, dan beschouwt de arbeidsinspectie dit niet als werktijd, tenzij u zich bemoeit met de wijze waarop men reist. Reizen vanaf thuis naar een klant of een project wordt als arbeidstijd beschouwd als het van dag tot dag verschilt en uw werknemer vanaf huis naar verschillende afspraken op een dag rijdt.
Reistijd, arbeidstijd en beloning
Als de reistijd arbeidstijd is, ligt het voor de hand dat er een beloning tegenover staat. In de detachering wordt vaak afgesproken dat de reistijd naar de klant aan een maximum is gebonden. Gaat men daar overheen dan wordt de meerdere reistijd als arbeidstijd geteld en vergoed via een reistijdvergoeding. De beloning van reistijd wordt in de CAO geregeld. Per CAO kunnen hierover verschillende afspraken worden gemaakt. Controleer dit dus voor de CAO waaronder u valt. Als uw bedrijf niet onder een CAO valt of de CAO waaronder uw bedrijf valt niets bepaalt, is het raadzaam schriftelijke afspraken met uw personeel te maken over de status van bepaalde reistijden. De arbeidsinspectie kijkt immers bij onenigheid tussen u en uw werknemer eerst wat er op ondernemingsniveau is vastgelegd.
Reizen voor het werk
De tijd die is gemoeid met reizen eigen aan de arbeid is volgens de arbeidstijdenwet (ATW) wel arbeidstijd. Dat is bijvoorbeeld van belang voor de installateur die op verschillende plekken in het land werkt. Als uw werknemer eerst naar het bedrijf of standplaats rijdt en van daar uit bijvoorbeeld met een busje naar het karwei rijdt of wordt vervoerd is er geen twijfel mogelijk: vanaf het moment dat hij of zij de poort van het bedrijf binnenkomt begint de arbeidstijd.