Een voorcalculatie is de berekening van de kosten die u verwacht te moeten maken om een product te maken. Deze berekening wordt gemaakt voordat u met de productie begint en is dus een raming. Een nacalculatie is een berekening van de kosten die gemaakt zijn om het product te maken. Dit is een berekening achteraf.
Vergelijking
Bij de vergelijking van de voor- en nacalculatie blijken er verschillen te zijn. In de eerste plaats moet worden nagegaan of er fouten in de registratie zijn gemaakt. Hoe eenvoudig wordt materiaal op een verkeerde order geboekt, of vergeet iemand af te klokken op een order en werkt aan de nieuwe order op de uren van de oude order.
Er kunnen drie soorten verschillen ontstaan:
Efficiency verschillen
Dit zijn verschillen in hoeveelheden (materiaal, uren);
Prijsverschillen
Afwijkingen door veranderingen in prijzen (b.v. energiekosten zijn gestegen, de loonkosten vallen hoger uit dan verwacht) ontstaat ten opzichte van de aannamen in de kostprijs.
Bezettingsverschillen
Afwijking van de begrote man-/ machine uren in het bedrijf.
Prijsverschillen worden direct zichtbaar als het gaat om direct aan de order toe te wijzen kosten. Verschillen in indirecte kosten zult u pas kunnen opmerken als u de uitgangspunten voor de kostprijs vergelijkt met de werkelijk uitgaven (b.v. een foutief ingeschatte huurverhoging).
Zo wordt een bezettingsverschil zichtbaar als u bij een productieorder van enige omvang een voorcalculatie én een nacalculatie maakt. Door vergelijking kunnen bij belangrijke verschillen direct maatregelen worden genomen om bij te sturen. Vergelijking over een bepaalde periode doet u door alle voor- en nacalculaties van orders die gereed zijn gekomen in een bepaalde periode bij elkaar op te tellen. U kunt dan kijken naar verschillen tussen de opgetelde voor- en nacalculatie. U kunt ook de totalen (b.v. machine uren) vergelijken met de doelstelling waarop de door u berekende kostprijs is gebaseerd.
De berekening voor een productiebedrijf
In een industriële onderneming of productieonderneming worden met behulp van machines en/of mensen grondstoffen verwerkt tot eindproducten of producten voor andere bedrijven (bijv. halffabrikaten). Er is sprake van stukproductie als een product wordt vervaardigd of een dienst wordt geleverd conform de wensen van uw klanten. Directe kosten zijn kosten die rechtstreeks zijn toe te rekenen aan uw product, zoals materiaalkosten en arbeidsuren. Indirecte kosten zijn daaraan niet rechtstreeks toe te rekenen. Het gaat dan om kosten die voor verschillende producten worden gemaakt, zoals administratiekosten of kosten voor huisvesting.
De indirecte kosten kunt u op een aantal manieren uitrekenen. Namelijk in een percentage van de materiaalkosten, of de arbeidskosten, of in een percentage van de totale directe kosten.
De primitieve opslagmethode is een manier om de verkoopprijs te berekenen door het gebruiken van een opslagpercentage van een deel of het totaal van de directe kosten. Bij de verfijnde opslagmethode wordt gebruik gemaakt van verschillende opslagpercentages.
De fabricagekostprijs is de kostprijs die alleen de fabricagekosten bevat. De commerciële kostprijs is de fabricagekostprijs verhoogd met de verkoopkosten.